Vandaag viert Chris Norman zijn 68e verjaardag. In de seventies was hij razend populair als frontman van de Britse band Smokie. Oorspronkelijk heette de band The Elizabethans. Hij werd gevormd in 1965 aan het St. Bede katholieke gymnasium in Bratford. Behalve Chris, maakten Terry Uttley (basgitaar/zang), Alan Silson (leadgitaar/zang) en Ron Kelly (drum) deel uit van de groep. Ze gaven optredens in kleine clubs in Bradford en omgeving, maar er viel geen droog brood aan te verdienen.
Toch was er een platenlabel, dat wel wat zach in de groep. Dat was RCA, maar daarvoor moesten ze hun groepsnaam wijzigen in Kindness. Pete Spencer werd aangetrokken als drummer en er werden singles uitgebracht. Aanvankelijk zonder veel succes. Totdat manager Bill Harley de groep introduceerde bij producers Mike Chapman en Nicky Chinn. Dit duo scoorde op dat moment grote hits met Mud. De groepsnaam werd opnieuw aangepast: Smokey.
Na een moeizame start werd ‘If You Think You Know How to Love Me’ de eerste hit voor Chris Norman en de band. Daarna volgde ‘Don’t Play Your Rock’n’Roll to Me’ en ‘I’ll Meet You At Midnight’, waarmee in Nederland de top tien werd bereikt. Smokie’s grootste hit was de opvolger ‘Living Next Door to Alice’ uit 1976. Deze plaat bereikte in veel landen een nummer 1 notering; ook in Nederland. Dat lukte Smokie ook met ‘Lay Back In The Arms Of Someone’.
