Terug naar 12 april, maar dan in 1979! Op deze dag ging de Paradeplaat van de TROS op Hilversum 3 naar ‘Kingston, Kingston’ van Lou & The Hollywood Bananas. Het nummer werd geschreven door de Franse songwriter Jay Alanski en de Belgische producer Lou Deprijck. Die laatste was de man achter het project Lou & the Hollywood Bananas. Lou werkte o.a. ook samen met Plastic Bertrand. De singel ‘Kingston, Kingston’ haalde de 14e plaats in de Nederlandse Top 40 en was een hit in diverse Europese landen. Het nummer werd sterk beïnvloed door de opleving van de ska, dat toentertijd Engeland in zijn greep kreeg en daarna overwaaide naar het Europese continent. Daarna volgden meerdere producties zoals ‘Hollywood, Hollywood’ (1979) en ‘Wings of a Dove’ (1980), maar het succes van ‘Kingston, Kingston’ werd niet meer geëvenaard. Lou overleed op 19 september 2023.
Op 13 juni, maar dan in 1981, ging de Alarmschijf van de Nederlandse Top 40 naar ‘Chequered love’ van Kim Wilde. Het nummer werd geschreven door haar vader Marty Wilde en broer Ricky Wilde. Een muzikale familie derhalve! Vader scoorde in 1968 ook al eens een top 10 hit in Nederland met het aansteklijke ‘Abergavenny’. Ook schreef hij “Jesamine”, een grote hit voor The Casuals. Ook Kim’s moeder zong: als Joyce Baker maakte zij vroeger deel van de Vernons Girls. Kim heeft het talent dus niet van een vreemde!
Na het afronden van de kunstacademie, tekende Kim een contract bij Mickie Most`s RAK Records in 1980. Dit lukte, nadat was ontdekt dat ze een geweldig figuur sloeg met haar backing vocals tijdens een singel opname van haar jongere broer Ricky Wilde. Kim`s eerste singel, “Kids in America”, werd uitgebracht in januari 1981. Het was meteen een groot succes, nummer 2 in de Engelse chart en ook in de Nederlandse Top 40 bereikte het de top tien. De opvolger ‘Chequered love’ werd uitgeroepen to Alarmschijf en bereikte de 2e positie in de Nederlandse Top 40. Beide nummers stonden op haar debuutalbum ‘Kim Wilde’.
Terug naar 5 april, maar dan in 1979! Op deze dag ging de Paradeplaat van de TROS op Hilversum 3 naar ‘Some girls’ van Racey. Het waren Mike Chapman en Nicky Chinn, die het nummer hadden geschreven. Het stond op het album ‘Smash and Grab’. Racey werd in 1976 opgericht en bracht een jaar later de singel ‘Baby It’s You’ (geschreven door Chris Norman van Smokie) uit. Een hit werd het echter niet. Het succes kwam pas toen de band ging samenwerken met producers Chinn & Chapman; ‘Lay Your Love On Me’ werd de eerste hit in Nederland voor de Britse groep. De opvolger werd ‘Some Girls’, dat oorspronkelijk bedoeld was voor Blondie. Mike Chapman was namelijk destijds de producer van Blondie. Maar deze band wees het nummer af, waardoor het aangeboden werd aan Racey. Zij namen het op en met veel succes. ‘Some girls’ behaalde de eerste plaats in Australië, Nieuw Zeeland en Zuid Afrika. In o.a. Engeland behaalde het nummer de 2e plaats en werd het bekroond met een gouden plaat. In de Nederlandse Top 40 bereikte Racey de 3e plaats.
Op 6 juni, maar dan in 1981, ging de Alarmschijf van de Nederlandse Top 40 naar ‘Don’t stop’ van K.I.D. Het nummer werd geschreven door Geoffrey Bastow, de man achter K.I.D.. In de jaren zeventig maakte de Brit diverse albums voor Britse labels en hij toerde o.a. met Engelbert Humperdinck als gitarist. Ook schreef hij songs, zoals voor Elton John. In de tweede helft van de seventies werkte hij ook met Giorgio Moroder. Ook werkte hij als sessie muzikant voor Euro disco acts such als Amanda Lear (1981 album Incognito), Boney M (1981 album Boonoonoonoos) en Gary Lux. ‘Don’t stop’ was zijn eerste singel die hij maakte als K.I.D. In de Nederlandse Top 40 behaalde hij de 8e plaats met het italo-disco getintenummer.
Terug naar 29 maart, maar dan in 1979! Op deze dag ging de Paradeplaat van de TROS op Hilversum 3 naar ‘Greenpeace’ van Teach In. Het nummer werd geschreven door bandlid Koos Versteeg en Eddy Ouwens werd ingevlogen als producer. In ‘Greenpeace’ was ook de milieuactivist en oprichter van deze organisatie, David McTaggert, te horen. Op de B-kant van de singel was de Nederlandstalige versie van ‘Greenpeace’ te horen, waarbij de gesproken woorden van Kees Brusse afkomstig waren. Deze benefiet singel van de band uit Enschede werd niet alleen uitgeroepen tot Alarmschijf, maar ook tot Steunplaat, Paradeplaat en Favorietschijf. De opbrengsten van ‘Greenpeace’ ging naar de organisatie Greenpeace Nederland, ter bescherming van de walvissen. De singel bereikte de 10e plaats in de Nederlandse Top 40.
Op 30 mei, maar dan in 1981, ging de Alarmschijf van de Nederlandse Top 40 naar ‘Ma quale idea’ van Pino D’Angiò. Hij schreef het nummer voor zijn debuut album ‘…Balla!’ De baslijn van het nummer was gebaseerd op “Ain’t No Stoppin’ Us Now” van McFadden & Whitehead. Pino D’Angiò bracht naast ‘Ma quale idea’ nog enkele andere singels uit, maar die haalden de Nederlandse hitlijsten niet. Zijn album ‘…Balla!’ wist de Nederlandse Album Top 100 niet te halen. Maar zijn italo-disco plaat ‘Ma quala idea’ werd een internationaal succes. In Spanje bereikte de singel zelfs de eerste plaats. In de Nederlandse Top 40 behaalde Pino d’Angìo de 3e plaats. Het nummer werd in 1999 succesvol gesampled in Madison Avenue’s hit “Don’t Call Me Baby”.
Terug naar 22 maart, maar dan in 1979! Op deze dag ging de Paradeplaat van de TROS op Hilversum 3 naar ‘Room with a view’ van Deco. Het nummer werd geschreven door acteur en songwriter Noel Peirce Coward. Het werd voor het eerst uitgebracht in 1928 voor de revue This Year Of Grace. Deco was een trio uit Engeland. Charles Grant studeerde aan het Eton College en ging naar Venetië voor een studie kunst. Terug in Engeland werd hij toegelaten tot de Webber-Douglas Academy of Dramatic Art. Andere leden zijn Tim Donaldson en John Melvin. A room with a view was ook de titel van een boek van E.M. Forster (1908), dat zich afspeelde in Engeland en Italië. Deco behaalde met deze singel de 30e plaats in de Nederlandse Top 40 en was hun enige hit.
Op 23 mei, maar dan in 1981, ging de Alarmschijf van de Nederlandse Top 40 naar ‘Attention to me’ van The Nolans. Het Europop nummer werd geschreven door Bob Puzey, Ben Findon en Michael Stanley Myers. Die laatste werkte o.a. ook samen als producer en songwriter met artiesten als Cliff Richard, Billy Ocean & Bucks Fizz. De doorbraak van de Brits-Ierse band The Nolan Sisters kwam in 1978 met het album ‘20 Giant Hits’. Dit album bestond uit covers van muziek van onder meer Paul McCartney, Stevie Wonder en Neil Diamond en behaalde de derde plek in de Britse hitlijst. Dat jaar waren The Nolans ook support act bij de Amerikaanse tournee van Engelbert Humperdinck.
Het commerciële succes kwam echt nadat de band bij Epic Records tekende in 1979 en op disco geïnspireerde popmuziek begon op te nemen. In dat jaar nam de groep ook deel aan A Song For Europe, de Britse Nationale Finale voor het Eurovisie Songfestival met ‘Harry my Honolulu lover’. Zonder veel succes. Maar aan het einde van 1979 verscheen de singel ‘I’m in the mood for dancing’, waarmee ze internationaal doorbraken. In Engeland kregen The Nolans voor dit nummer een gouden plaat. ‘Attention to me’ stond op de LP ‘Waves’ en behaalde in Engeland zilver. In de Nederlandse Top 40 noteerden The Nolans een zevende plaats.
Terug naar 15 maart, maar dan in 1979! Op deze dag ging de Paradeplaat van de TROS op Hilversum 3 naar ‘In the navy’ van Village People. Met deze singel bereikte Village People voor de tweede keer de nummer 1 positie in de Nederlandse Top 40. Een aantal maanden eerder bivakkeerde het Amerikaanse discogezelschap nog bovenaan in de Nederlandse charts met ’Y.M.C.A.’. De singel ‘In the navy’ werd geschreven door Jacques Morali, Henri Belolo en Victor Willis en stond op het album ‘Go west’.
Na Y.M.C.A. werd Village People gevraagd of zij misschien een soortgelijk liedje konden maken voor een reclame om nieuwe mariniers aan te trekken”. Nou, daar zij de groep geen ‘nee’ tegen, maar wilde dan wel dat de marine hielp bij de opnames van de videoclip om het er zo echt mogelijk uit te lazen zien. En zo werden er een oorlogsschip en vliegtuigen beschikbaar gesteld en trommeld de marine een groot aantal manschappen op. Toen de kranten er schande van spraken dat er zoveel overheidsgeld werd gespendeerd aan de videoclip, krabbelde de marine terug. Maar een schandaal was gemaakt en het leverde de Village People zoveel publiciteit op, dat een nieuwe wereldhit was geboren.
Op 16 mei, maar dan in 1981, ging de Alarmschijf van de Nederlandse Top 40 naar ‘I’ve seen that face before’ (Libertango) van Grace Jones. De muziek van het nummer is gebaseerd op ‘Libertango’ uit 1974, een Argentijnse instrumentale tangoklassieker geschreven door bandoneonist Astor Piazzolla. De tekst werd geschreven door de Jamaicaanse zangeres, model & actrice én Barry Reynolds. Het nummer werd opgenomen in Nassau, Bahama’s en stond op haar LP ‘Nightclubbing’. Op deze plaat stond ook haar hit ‘Pull up to the bumper’.
‘I’ve seen that face before’ beschrijft de donkere kant van het Parijse nachtleven. Het nummer bevat gesproken delen in het Frans. Het nummer is prominent aanwezig in de zich in Parijs afspelende thriller Frantic uit 1988, geregisseerd door Roman Polanski en met Harrison Ford in de hoofdrol. De versie van Libertango zoals Jones die heeft opgenomen is meermalen gecoverd, onder meer door Kirsty MacColl, Julien Clerc en Herb Alpert. De singel van Grace bereikte de top tien van Italië, Spanje, Zweden, Zwitserland en Duitsland. Ook bij ons, want ‘I’ve seen that face before’ scoorde op nummer 2 in de Nederlandse Top 40.