• Twitter
  • Facebook

Credits: EMI, Stateside

Op 7 maart, maar dan in 1970, komt Edison Lighthouse binnen in de Daverende Dertig met ‘Love grows’ (Where my Rosemary goes). Deze Britse popgroep stond onder leiding van Tony Burrows.  Het nummer werd gepend door songwriters en platenproducenten Barry Mason en Tony MaCaulay.  Naast Tony waren Stuart Edwards (leadgitaar), David Taylor (bas), George Weyman (drums) en Ray Dorey (gitaar) de andere bandleden.

Edison Lighthouse scoorde met het aanstekelijk springerige, aanstekelijke en vrolijke bubblegum-poppareltje ‘Love Grows (Where My Rosemary Goes)’ een grote hit in Engeland.  Het stond daar vijf weken lang op nummer 1.  Bovendien verkocht het nummer een miljoen exemplaren in Amerika en piekte het op # 4 in de Billboard-hitlijsten in maart 1970.  Er werden uiteindelijk miljoen singels wereldwijd van verkocht. Burrows verliet vervolgens de band om zich met andere projecten bezig te houden.  Zo ging de man, die voorheen te horen was in o.a. The Ivy League en The Flowerpot of Men na Edison Lighhouse aan de slag bij White Plains (‘My baby loves lovin’), The Pipkins (‘Gimme dat ding’), First Class (‘Beach baby’ en Brotherhood of Man (‘United we stand’).

Zanger / acteur Paul Vigrass nam zijn plaats in, Maar ook de rest van de groepsbezetting werd ook gewijzigd met leden van de band Greenfield Hammer. Deze incarnatie van Edison Lighthouse leverde niet het gewenste resultaat op.  De single ‘It’s Up to You, Petula’ flopte en Edison Lighthouse ging uiteindelijk uit elkaar in 1971.  Daarmee staat de band in de boeken als een One-hit wonder. ‘Love Grows (Where My Rosemary Goes)’ bereikt in de Daverende Dertig de 13e plaats.

Copyright © 2024, Hitzound, All rights reserved.

 
Translate »
Share This