• Twitter
  • Facebook

Credits: Atlantic

Het is vandaag weer tijd om de Kluis van de Flops verder te vullen. Vandaag openen we de kluis opnieuw voor Buffalo Springfield. De Amerikaanse band staat al in onze playlist met ‘Expecting to fly’, geschreven door Neil Young. Vandaag voegen we ‘For what it’s worth’ uit 1967 toe. Het was een protestlied.  Overigens eentje, die niet over de anti-oorlogsbetogingen ging, maar verwees naar de sluiting van de nachtclub Pandora’s Box in Hollywood en de mensen die zich toen voor het gebouw verzamelden.

De schrijver van de song, Stephen Stills, was aan het begin van het protest erbij, maar daarna niet meer en hoorde de verhalen er later van de andere bandleden over. Toen de club gesloten zou worden, bevonden zich daar rond drieduizend jongeren op straat. Het was aanvankelijk een rustige bijeenkomst waarbij er werd rondgehangen zonder dat er sprake was van rellen. Zo bleef het niet. Het laatste dat Stills zelf meekreeg was een soort M.E.-peloton dat zich, gewapend met helmen en schilden, opstelde om hardhandig in te grijpen. Hij schreef het lied binnen een kwartier.

Van de opnames werden de producers Brian Stone en Charles Greene niet op de hoogte gesteld omdat de bandleden niet tevreden waren over hun werk. Daarom was het aanvankelijk ook nog niet te vinden op hun debuutalbum, ‘Buffalo Springfield’.  Later verscheen het wel op herpersingen ervan. Het nummer ‘For what it’s worth’ werd tientallen malen gecoverd. Zo namen o.a. Lou Rawls (1968), Miriam Makeba (1970), David Cassidy (1974), Crosby, Stills & Nash (1983), Willie Nelson, Sheryl Crow en Ozzy Osbourne (2005) het nummer op.  ‘For what it’s worth’ behaalde de 7e plaats in de Amerikaanse Billboard Hot 100, maar . . .  geen notering in de Veronica Top 40.

Copyright © 2024, Hitzound, All rights reserved

 
Translate »
Share This