Vandaag viert Graham McPherson zijn 60e verjaardag. Je kent hem beter als Suggs, de zanger van de Britse ska-popband Madness.  Suggs werd in 1977, de voorloper van Madness. De naamsverandering vindt plaats na een aantal wisselingen in de band, in 1979.  Met de nieuwe naam Madness vernoemde de groep zich naar een nummer van een oude ska-held, Prince Buster.  Onder hun nieuwe naam slepen ze meer optredens binnen en tijdens één van de shows lopen ze in de Hope & Anchor The Specials tegen het lijf.  Suggs neemt hun toetsenist/bandleider Jerry Dammers mee naar huis en houdt daar naast een voorprogramma ook een contract bij het label 2 Tone aan over voor een single.

En verdomd: met hun debuutsingle ‘The Prince’ bereiken ze de Britse hitparade. Nederland haakt aan bij de opvolger, ‘One step beyond’, met dank aan Frits Spits, die het nummer uitroept tot Steunplaat in de Avondspits.  Madness groeit gestaag uit tot één van de kopstukken van de ska-revival en wanneer de band ook de aandacht van de jeugd trekt wordt Suggs een tieneridool. Een tieneridool die echter met beide benen op de grond staat; hij blijft in Camden Town wonen, smijt geen geld over de balk en vermijdt zo veel mogelijk feesten waar sterren op afkomen.

Vanaf eind 1979 tot en met 1982 scoort Suggs met Madness meerdere hits, zoals ‘Nightboat to Cairo’, ‘Baggy Trousers’ en ‘Embarrasment’. Daarna zakt de populariteit snel in, wat mogelijk te wijten was aan de breuk met het Stiff-label. Na ‘Cardiac arrest’ (1982) blijven alle singles steken in de Tipparade, ook hun versie van ‘Our house’, die het overigens goed doet in de Top 2000.  In september 1986 houdt de band het voor gezien, al maken Suggs, Carl, Chris en Lee een doorstart als The Madness. Maar: hun titelloze plaat uit 1988 flopt nog harder dan de voorgaande en omdat er geen nieuwe demo’s worden aangeleverd, wordt het contract niet verlengd.

Suggs gaat onder zijn echte naam acteren; hij speelt rolletjes als zanger in de films The Tall Guy (waardoor ‘It Must Be Love’ in 1989 opnieuw wordt uitgebracht). De muziek blijft het toch trekken en vanaf 1990 wordt hij manager/producer van The Farm. Niet voor lang, want het opnamebudget voor het tweede album van The Farm verzuipt hij in de kroeg. Exit The Farm. Wanneer in 1992 het label Virgin Records de verzamelaar ‘Divine’ uitbrengt, brengt het Madness terug in de schijnwerpers.

Naar aanleiding van een reclame verschijnt de single ‘It Must Be Love’ in januari 1992 voor de derde keer op single en met succes; het brengt Madness terug in de top 10. Op initiatief van Smyth, inmiddels werkzaam als A&R-manager bij Go! Discs, komen de heren bij elkaar om zich te laten fotograferen voor de single-/clipverzamelaar ‘Divine Madness’. Het wordt een groot succes en de tart voor reünie concerten. In mei 2019 begon Madness aan een tournee ter viering van het veertigjarig jubileum. Het bracht hen ook naar AFAS Live.

 
Translate »
Share This