Op 9 februari 1974 komen The Hollies binnen in de Veronica Top veertig met ‘The air that I breathe’. Dit nummer werd geschreven door Albert Hammond met Mike Hazlewood. De oorspronkelijke versie zong Albert zelf. Het stond op zijn album ‘It never rains in southern California’. Wat de inspiratie was voor het schrijven van dit nummer? Albert legt uit: “Je zou denken dat dit voor de mooiste vrouw ter wereld is bedoeld. In werkelijkheid schreef ik het voor een nogal lelijk persoon, qua uiterlijk dan. Ook al was ze niet zo mooi, innerlijk was ze geweldig. Ze hielp me in een moeilijke tijd in mijn leven.”
Vervolgens nam Phil Everly het nummer op en daarna volgden The Hollies. Het werd wereldwijd een groot succes. In Amerika piekte de single op nummer 6 en in Engeland behaalde het de 2e positie. Zo ook in de Veronica Top Veertig. In de Daverende Dertig wisten The Hollies er zelfs de eerste plaats mee te halen. Achter de knoppen van de geluidsstudio zat Alan Parsons. In een interview zei Parsons, dat Eric Clapton hem had verteld, dat de eerste noot van The Air That I Breathe” meer bezieling in zich had dan alles wat hij ooit had gehoord.
Hammond en Hazlewood kregen ook een deel van de royalties van Radiohead. De uitgevers van ‘The air that I breathe’ hadden namelijk een rechtszaak aangespannen tegen Radiohead, toen die het nummer ‘Creep’ (1992) uitbrachten. In het nummer van Radiohead werd een vergelijkbare akkoordprogressie gebruikt en leek de melodieuze inhoud teveel op de versie van Hammond`s “The Air That I Breathe’.(1972) Radiohead trof wegens inbreuk op het auteursrecht uiteindelijk een schikking, waarbij Hammond en Hazlewood zowel de credits als een deel van de royalty’s van ‘Creep’ kregen.
