Rob de Nijs viert vandaag zijn 77e verjaardag. Hij maakt intussen meer dan 50 jaar muziek. Toen hij acht jaar was, kreeg hij zijn eerste accordeon les. Via Bob Bouber, directeur van de cabaretschool waar De Nijs op zat, leerde hij in mei 1960 de muzikanten Jan de Hont, Hans de Hont, Roel Vredeveld en Henny van Pinxteren kennen die met hun band The Apron Strings op zoek waren naar een zanger. Dat werd De Nijs! In 1962 ging de groep uit elkaar en ging Rob solo.

Het succes kwam snel: in1963 werd “Voor Sonja Doe Ik Alles” zijn eerste hit. De B-kant van de single werd een nog veel grotere hit. Dat was “Ritme Van De Regen”. Na een aantal succesvolle jaren zakte zijn populariteit in de tweede helft van de sixties weg. Dankzij de TV series “Oebele” en “Kunt U Mij De Weg Naar Hamelen Vertellen, Meneer” waar hij de hoofdrol kreeg, was hij terug in de picture. Met “Dag Zuster Ursula” scoorde hij in 1973 een top tien hit in de Top 40. Daarna volgden grote hits als “Malle Babbe” en “Het Werd Zomer”.

Een hoogtepunt in zijn carrière werd zijn album “met Je Ogen Dicht”. Hij kreeg er in 1980 een platina plaat voor. Het album leverde geen grote Top 40 hit op, maar hoe anders was dat in 1996. Met “Banger Hart” scoorde Rob de Nijs zijn eerste en enige nummer 1 hit. Het nummer was gepend door Ellert Driesens, de ex-zanger van Spargo en Belinda Meuldijk, destijds zijn vrouw.

Het afgelopen jaar was voor de sympathieke zanger een bewogen jaar. Rob, die de afgelopen vijftien jaar al last had van trillingen, kreeg dit jaar de diagnose van de ziekte van Parkinson. Het betekent, dat het einde van zijn 60-jarige carrière in zicht is : “Het is niet anders, lieve mensen. Aan alles komt een einde. En het einde van mijn carrière kondig ik hierbij aan, terwijl ik het liever allemaal anders had gezien en nóg liever nog jaren was doorgegaan,” aldus de Nijs eerder dit jaar tegenover Nu.nl.

 

 

 
Translate »
Share This