Vandaag viert Jonathan King zijn 76e verjaardag. Als student aan de universiteit van Cambridge was hij al in de weer met muziek. Daar schreef hij zijn eerste hit ‘Everyone’s Gone to the Moon’. In Nederland een heel klein hitje, maar in Amerika een million seller. Op 22-jarige leeftijd was King manager bij Decca Records, op 25-jarige leeftijd was hij de trotse eigenaar van het label UK Records. Ook schreef King in diverse muziektijdschriften over popmuziek, produceerde in 1967 de eerste LP van de band Genesis, die hij ook de naam gaf en hij bemoedigde en ontdekte bands, waaronder 10cc, The Kursaal Flyers, The Bay City Rollers en Hedgehoppers Anonymous.
In de tussentijd bracht onder zijn eigen naam ook nog een aantal singles uit, waarvan ‘Let it all hang out’ (1970), ‘Cherry cherry’ (1979), ‘Hooked on a feeling’ en ‘It only takes a minute’ in Nederland onder zijn eigen naam de hitparade behaalden. Maar dan had je o.a. ook nog hits als ‘Johnny Reggae’, dat hij schreef voor The Piglets (1971) en ‘Keep on dancing’, dat hij procuceerde voor Bay City Rollers. In 1975 had hij onder zijn eigen naam een internationale hit met zijn ‘Una Paloma Blanca’ cover.
Sinds het begin van de jaren 80 was hij bij de Britse televisie een superster. Met regelmaat berichtte hij vanuit zijn tweede woonplaats New York in het BBC-programma Entertainment USA. Bovendien had hij een eigen wekelijkse column in de Britse krant The Sun met als thema popmuziek. In 1997 was King de drijvende kracht achter de Grand Prix-winnaars Katrina & the Waves. Het was niet allemaal rozengeur en maneschijn, want in 2001 werd hij tot zeven jaar gevangenis veroordeeld wegens seksueel misbruik van vijf jeugdigen tussen 14 en 16 jaar.
