Op 18 oktober 1975 ging de Troetelschijf van Hilversum 3 naar ‘Give it up’ van Husky. Het nummer werd geschreven door Martin Duiser en Wally Tax. Martin was tevens de producer. De kern van Husky bestond al in 1963 met Henny Happe (sologitaar), Martin Duiser (slaggitaar), Bert Hooijer (bas), Ton Happe (drums). Toen was de naam van de groep echter nog The Twangy Strings. Als Nito Erasmus als zanger de groep uit het Gooi komt versterken, wordt de groepsnaam omgegooid naar The Huskys. Nito vertrek in 1969 echter richting Aruba en de nieuwe zanger wordt Martin Duiser.
Er vinden enkele groepswisselingen plaats en ook de naam wordt aangepast: Husky. De eerste officiële single ‘Chitchee Booboo’ komt uit op het Ariola label en wordt opgevolgd door ‘She Takes My Hand’. Beide nummers deden echter commercieel nog niets. Martin Duiser verlaat Husky in 1971 en brengt als Martin Dowser de solo-single ‘My Love Irene’ uit. Carel Swagerman, ex-First Move, neemt zijn plaats in. De leden van Husky doen in 1973 en 1974 voornamelijk begeleidingswerk voor Wally Tax en Robert Long. Martin Duiser komt daarop weer in beeld bij Husky, maar nu als producer.
De eerste hit in de hitlijsten voor Husky werd ‘Song of praise’ in 1975 (met Duiser als producer). Duiser begint in deze periode naam te maken als producer: zo gaat hij werken met Albert West, Sandra Reemer, Luv’, Doris D & Pins, Guys & Dolls, Lee Towers en Anita Meijer. Na ‘Song of praise’ wordt ook ‘Give it up’ bekroond met een Troetelschijf. Dit nummer van Husky bereikte de 12e plaats in de Nationale Hitparade.
