Op 25 mei 1968 bereiken The Small Faces de eerste plaats in de Veronica Top Veertig met ‘Lazy Sunday’. Steve Marriott zingt met een opvallend Cockney-accent over de ruzies die hij met zijn buren had en de zorgeloosheid van de zondagmiddag: “Lazy Sunday afternoon, I’ve got no mind to worry, I close my eyes and drift away-a”. Het werd eerst op 5 april 1968 als single uitgebracht door Immediate Records (iets wat de band eigenlijk helemaal niet wilde en verscheen in mei dat jaar tevens op hun derde en laatste studioalbum, getiteld Ogdens’ Nut Gone Flake.

‘Lazy Sunday’ werd de enige nummer 1 hit van The Small Faces. De groep werd in 1965 opgericht door Steve Marriott, zanger van de band. Het was de meedogenloze manager Don Arden, die de groep onder zijn vleugels nam. Twintig pond per week konden ze krijgen van hem. Het was de onbeperkte aanvoer van dope die alles dragelijk maakte voor The Small Faces. Toen de groep in 1967 de manager wilde verlaten, dreigde Don hun ouders te bellen om te zeggen dat ze al hun geld hadden opgemaakt aan heroïne. (echt waar) Maar daar waren The Small Face niet gevoelig voor. Opzouten! Andrew Loog Oldham, producer van The Rolling Stones, werd hun nieuwe manager.

Het salaris ging om hoog naar 60 pond per week en nog meer dope, dus heel veel gelukkiger werden ze er niet van. ‘Lazy Sunday’ zou volgens de groep niet op single moeten verschijnen. Het was niet serieus en representatief genoeg, maar Oldham trok zich van de groep niks aan en liet het op single uitbrengen. Het werd een nummer 2 hit in Engeland en in Nederland hun grootste hit.

 
Translate »
Share This