Op 23 oktober 1975 reikt Stichting Conamus aan de Zangeres Zonder Naam de Gouden Harp uit. Hiermee wordt erkenning verleend aan haar bijdrage aan het levenslied en wordt daarmee ook eer aan dit genre toegekend.  Dat de prijs niet iedereen lekker zat, blijkt uit de kleinzielige reactie van Cor Lemaire (pianist) en Wim Ibo (cabaret historicus), die eveneens in hun genre een Gouden Harp wonnen. Zij gaven de prijs terug uit verontwaardiging omdat Mary er ook één won.

Bijna heel haar leven was Maria (Mary) Servaes-Bey een verguisde zangeres. Zij vertolkte onder de artiestennaam Zangeres Zonder Naam decennialang het Nederlandse levenslied. Ze zingt smartlappen die uit het leven gegrepen zijn. De Hilversumse radio en televisie negeren haar, tot moment dat Gerard Reve haar in de Allerheiligste Hartkerk in Amsterdam een podium geeft. In 1970 spreekt Reve over de zangeres in het radioprogramma Radiorama: ,,Ik vind haar optreden mooi. Dat hoor je niet mooi te vinden, maar het is wel degelijk mooi en diep ontroerend.”

Haar fans gaven haar de geuzennaam ‘Koningin van het Levenslied’. Pas aan het einde van haar carrière kreeg Mary het respect dat zij verdiende. Maria “Rietje” begon Mary haar zangloopbaan als zangeres in cafés in Maastricht. Mary Servaes werd pas op 36-jarige leeftijd ontdekt als zangeres door Johnny Hoes, die aanvankelijk denkt dat hij naar een kind luistert op een demo. Hij raakt desalniettemin geïntrigeerd door haar stem en biedt haar een platencontract aan.  Hij kon geen naam bedenken voor het stemgeluid van Mary en noemde haar daarom de Zangeres Zonder Naam. Onder die artiestennaam scoorde ze in 1959 haar eerste hit: ‘Ach vaderlief, toe drink niet meer’.

Tot haar grootste successen behoren: ‘De blinde soldaat’ (1962), ‘Mexico’ (1969, 1986), ‘Het soldaatje’ (de vier raadsels) (1971), ‘Mandolinen in Nicosia’ (1972), ’Keetje Tippel’ (1975), ‘Rock around the clock’ (met Normaal, 1987) en ‘’t Was aan de Costa del Sol’ (1975). In totaal nam ze meer dan 550 liedjes op.

 
Translate »
Share This