Op 1 januari 1977 ging de Alarmschijf van de Stichting Nederlandse Top Veertig naar ‘Living next door to Alice’ van Smokie. Het nummer werd geschreven door Nicky Chinn en Mike Chapman in 1972 voor de Australische groep New World. Nicky en Mike zagen de band op de televisie, haalden ze naar Europa en legden contact met platenbaas Mickie Most, die de band direct contracteerde voor zijn label RAK Records. ‘Living next door to Alice’ werd in hun versie enkel een hit in Australië.
Chapman was geïnspireerd om het nummer te schrijven nadat hij “Sylvia’s Mother” van Dr. Hook & The Medicine Show hoorde. ‘Living next door to Alice’ gaat over de liefde van een man die al 24 jaar verliefd is op zijn buurmeisje Alice, met wie hij samen opgroeide. Wanneer hij hoort dat zij gaat verhuizen, denkt hij terug aan de tijd die zij samen hebben doorgebracht. Hij heeft echter spijt dat hij haar nooit over zijn gevoelens naar haar heeft verteld. Hun gezamenlijke vriendin Sally vertelt de man dat zij juist op hem verliefd is, maar de man is nog steeds verliefd op Alice.
‘Living next door to Alice’ was de derde Alarmschijf voor de groep en de opvolger van ‘I’ll meet you at midnight’, de eerste top tien hit van Smokie in ons land. De band heet aanvankelijk Smokey, maar veranderde de naam later in Smokie, omdat de Amerikaanse soulzanger Smokey Robinson met een rechtszaak dreigde. De naamswijziging deed de Britse groep geen kwaad: ze werden razend populair. ‘Living next door to Alice’ werd een nummer 1 hit voor Smokie.
