Op 11 januari 1975 komt ‘Malle Babbe’ binnen in de Nationale Hitparade met ‘Malle babbe’. Het liedje werd in 1970 geschreven door Lennaert Nijgh, met muziek van Boudewijn de Groot.  Lennaert liet zich voor de tekst inspireren door een schilderij van Frans Hals met daarop afgebeeld een vrolijke rondborstige prostituee en met haar in gedachten vloeide regel na regel moeiteloos op papier. Maar de dame op het schilderij van Hals bleek niet ‘Malle babbe’ te zijn: het heette De Zigeunerin. Maar Frans had wel degelijk een Malle Babbe geschilderd: alleen was zij afgebeeld als een oude feeks met een uil op haar schouder. Adele Bloemendaal bracht haar het eerst voor het voetlicht, waarbij zij zichzelf de rol van prostituee had toebedacht.

In 1973 werkte Boudewijn de Groot als muziekproducent voor Rob de Nijs.  Boudewijn nam met hem een vernieuwde versie op van het nummer voor het album ‘In de uren van de middag’. Het werd echter niet direct uitgebracht als single. Eerst waren o.a.  ‘Jan Klaassen de Trompetter’ en ‘Dag zuster Ursula’ aan de beurt.  In december 1974 werd het nummer alsnog op single uitgebracht, overigens in een andere versie dan op het album. ‘Malle babbe’ bereikte de 9e plaats in de Nationale Hitparade en prijkt elk jaar in de Top 2000.

 
Translate »
Share This