Op 14 januari, maar dan in 1984, komt Paul Young binnen in de Nederlandse Top Veertig met ‘Love of the common people’. Het nummer werd vele jaren eerder geschreven door John Hurley en Ronnie Wilkins. The Four Preps namen het nummer in oktober 1966 als eerste op en bracht het in januari 1967 uit op een single. Een hit werd het niet. De versie van Paul Young werd echter een wereldwijde hit. Niet slecht voor Young, die zijn carrière begon als werknemer bij de autofabrikant Vauxhall.
In zijn vrije tijd speelde hij in bandjes. Met de band Streetband scoorde hij in 1978 met Toast en als lid van de groep Q-Tips in 1980 met S.Y.S.Q.L.M. In 1982 kiest hij dan voor een solocarrière. De eerste single werd aanvankelijk geen hit: ‘Love of the common people’. Maar een jaar later behaald Paul een hitparade notering met ‘Wherever I lay my hat’. Hij valt op met zijn warme soulstem. Ook de opvolger ‘Come back and stay’ scoort meedogenloos in de internationale hitlijsten.
De songs stonden op zijn debuut LP ‘No parlez’, die in Nederland met platina zou worden bekroond. De plaat voerde 7 weken de Nederlandse album lijst aan. Ook ‘Love of the common people’ stond op zijn debuut LP. Na het succes van ‘Wherever I lay my hat’ en ‘Come back and stay’ besloot de platenmaatschappij het nog eens te proberen met ‘Love of the common people’. Ditmaal was het raak! Het werd de enige nummer 1 hit voor Paul Young in Nederland.
‘Love of the common people’ is vaak gecoverd, zoals door Waylon Jennings, Sandy Posey, The Everly Brothers, The Cats, Lynn Anderson, The Drifters, John Denver, Elton John en Bruce Springsteen. Henk Spaan bracht het nummer in 1981 uit als ‘Stille Willem’.