Vandaag viert Jasperina de Jong haar 84e verjaardag.   Gefeliciteerd! Ze zou zich ontwikkelen tot een vlot gebekte diva van het Nederlands cabaret. Daarnaast iss ze actrice en zangeres. Ze wilde in eerste instantie balletdanseres worden en volgde vanaf haar vijftiende balletlessen. Dit werd niet wat ze ervan had verwacht en ze was eigenlijk ook al te oud. Ze besloot vervolgens om artiest te worden. Haar ouders stonden niet achter deze wens: zij vonden een degelijk beroep nodig om te voorzien in het levensonderhoud. Ze lieten haar echter wel vrij in haar keuzes en in 1959 deed ze auditie bij het ABC-cabaret van Wim Kan.

En: ze werd door Kan afgewezen wegens. . . . .  gebrek aan talent!  Hoe pijnlijk was dat. Wim trok zich later bij wijze van spreken dan ook de haren uit zijn hoofd. Jasperina liet zich niet ontmoedigen en ging op een cabaretcursus bij Cor Lemaire en later bij Bob Bouber waar ze haar talenten verder ontwikkelde. Bij Bouber hoorde ze in 1960 over Eric Herfst en Ben Rowold en hun cabaretgroep Lurelei. Dat was een van de vele studentikoze cabaretgroepjes uit die tijd. Bij Lurelei werd ze de leading lady nadat Adèle Bloemendaal was vertrokken. Met Eric Herfst van het cabaretgezelschap begon ze een relatie die tot zijn dood in stand bleef.

In het voorjaar van 1967 scoorde Jasperina een hit met het nummer ‘De wandelclub’, dat oorspronkelijk geschreven werd door Toon Hermans voor diens film Moutarde van Sonaansee uit 1959. Dat is ook haar enige Top 40 hit. Met ‘De minutenwals’ en ‘Dobbe, dobbe, dobbe’ behaalde ze later nog een Tipparade notering.

 
Translate »
Share This