Op 5 december 1970 werd George Harrison uitgeroepen tot Alarmschijf op Radio Veronica met ‘My sweet Lord’. Het nummer was oorspronkelijk bedoeld voor het album ‘Encouraging Words’ van Billy Preston. Het nummer is geschreven in december 1969, toen Harrison en Preston in Kopenhagen verbleven.  Naar eigen zeggen kwam de inspiratie voor ‘My Sweet Lord’ van het nummer ‘Oh Happy Day’ van de Edwin Hawkins Singers. ‘My sweet Lord’ stond op het driedubbel album ‘All things must pass’ van Harrison, waar o.a. ook ‘What is life’ op te vinden is. Het nummer werd wereldwijd een grote hit. George Harrison bereikte de eerste plaats in zowel Amerika als Engeland. In de Veronica Top Veertig was dat niet anders.

Het enorme succes had wel een staartje, want enkele maanden na de nummer 1 hit, begon één van de meest geruchtmakende rechtszaken in de muziekgeschiedenis.  In 1963 brachten The Chiffons het nummer ‘He`s so fine’ uit. De uitgever van dit nummer, Bright Tunes Music Corp., klaagde Harrison aan voor het schenden van het auteursrecht. Volgens de aanklager vertoonde ‘My Sweet Lord’ opvallend veel overeenkomsten met ‘He’s So Fine’, vooral in het couplet van het nummer.

Harrison gaf toe dat hij het nummer van The Chiffons kende voordat hij ‘My Sweet Lord’ schreef, maar hij ontkende dat hij bewust de melodie van het nummer gekopieerd had. De rechter oordeelde op basis hiervan dat Harrison schuldig was aan het onbewust kopiëren van het nummer van The Chiffons. Mogelijke verklaring hiervoor was volgens de rechter dat er sprake was van een herinneringsvervalsing. Een groot deel van de royalty’s moest Harrison in 1976 afstaan aan Bright Tunes.

Het verliezen van de rechtszaak had een grote impact op de ex-Beatle, die in de tweede helft van de seventies de muziek even liet voor wat het was. Pas in 1979 hoorde de wereld weer van hem: hij financierde de film Life Of Bryan van Monty Python. En o ja: Harrison kocht later de rechten op van ‘He’s So Fine’.

 
Translate »
Share This