• Twitter
  • Facebook

Op 23 april 1977 ging de Alarmschijf van de Stichting Nederlandse Top Veertig naar ‘Love in C Minor’ van Cerrone. Zijn muzikale carrière begon bij  de groep Kongas, maar 2 LP’s later vertrok Jean-Marc Cerrone (zoals hij in het echt heet) omdat hij zich niet kon vinden in de nieuwe muzikale richting. Als kersverse vader besloot hij het op een iets andere boeg te gooien: hij kocht een platenwinkel.  Maar hij wilde nog wel afscheid nemen met een statement: het maken van een disco plaat!

Samen met schrijver en producer Alec R. Constandinos vertrok hij naar Londen, om in de Trident Studios een plaat op te nemen. Mét hulp van Don Ray, die Cerrone nog kende van zijn Kongas tijd. Opvallend genoeg zou de plaat slechts drie songs omvatten. Het eerste nummer besloeg alleen al een hele plaatkant: ‘Love in C-minor’. Nadat de klus was geklaard, was het zaak om een platenlabel te vinden, maar niet één maatschappij was geïnteresseerd.

Cerrone besloot daarom een eigen platenlabel op te richten: Malligator Records. Een financieel risico, zeker ook omdat hij uit eigen zak 5.000 exemplaren liet persen. Door een administratiefout bij een bestelling, belandden een aantal exemplaren in Amerika. Dat bleek een geluk bij een ongeluk, want er waren een aantal Amerikaanse DJ’s in New York, die het nummer oppikten. ‘Love in C-minor’ werd zo een vette hit in de discotheken.

Ineens raakten er platenmaatschappijen geïnteresseerd en kreeg Cerrone in Amerika een contract bij het Atlantic label. Het succes van het nummer zat ’m in de suggestieve vrouwenstemmen die sex simuleerden en dan die appetijtelijke platenhoes!  Maar: ook de ‘four-on-the-floor’ drums deden het goed op de dansvloeren. ‘Love in C-minor’ sleepte een Alarmschijf binnen en behaalde de 12e plaats in de Nederlandse Top Veertig.

 
Translate »
Share This