Op 26 maart 1977 komt Boz Scaggs binnen in de Nederlandse Top Veertig met ‘What can I say’. Op zijn twaalfde kwam hij in aanraking met de gitaar en ontmoette hij Steve Miller op het St. Mark’s. Samen kwamen ze terecht in Millers eerste bandje, The Marksmen. Later studeerden ze samen aan de Universiteit van Wisconsin-Madison en bleven samen ook spelen; eerst in The Ardells en later in de The Fabulous Knight Trains.  Later trad Scaggs toe tot de Steve Miller Band en nam daar twee albums mee op, ‘Children of the Future’ en ‘Sailor’.

In 1970 verliet hij de band en begon een solocarrière.  De eerste jaren waren niet succesvol, maar dan wordt het 1976.  Hij gaat samenwerken met een aantal puike studiomusici, waaronder Jeff Porcaro en David Paich (de latere basis voor de band Toto).  Het album ‘Silk Degrees’ was het resultaat. Deze LP werd wereldwijd goed ontvangen, zo ook in Nederland. Op de plaat stonden enkele succesvolle singles: ‘Lowdown’, ‘Lido shuffle’ en ‘What can I say”. Met ‘What cn I say’ bereikt Boz Scaggs de 5e plaats in de Nederlandse Top Veertig.

Naast deze singles van Boz blijkt ook een track ‘We’re All Alone’ een regelrechte klassieker. De song veroverde later in een uitvoering van Rita Coolidge een wereldwijde knaller.  Ook The Walker Brothers weten er flink mee te scoren.

 
Translate »
Share This