Bonnie Pointer is op 69-jarige leeftijd overleden. “Ze was mijn beste vriendin en we spraken elkaar nog elke dag”, vertelt haar zus Anita. Bonnie stierf aan een hartstilstand. Bonnie vormde samen met Ruth, Anita en June de Pointer Sisters.  De zusters groeiden op in een domineesgezin; ze begonnen hun zangcarrière in de jaren zestig in de kerk van hun vader Elton Pointer. Thuis mochten ze alleen naar gospels luisteren; seculiere muziek werd als duivels beschouwd.

Dat June Pointer, de jongste zus, zonder problemen de Elvis Presley-single ‘All Shook Up’ mee naar huis nam was te danken aan de b-kant; Crying in the Chapel.  Begin jaren 70 scoorden de Pointer Sisters hun eerste hits en werkten ze mee aan het eerste soloalbum van Chicago-bandlid Robert Lamm.  In 1974 kwam de groep voor het eerst naar Nederland, om op te treden bij o.a. Voor de vuist weg van Willem Duys. Het leverde de Pointer Sisters hun eerste hit op: ‘Yes we can can’.  Vijf jaar later scoorde de groep een nummer 1 hit in de Nederlandse Top Veertig met ‘Fire’. Het was een nummer van Bruce Springsteen, die er later ook zelf nog een hit mee scoorde in een live uitvoering. Bonnie was toen al afgehaakt. Zij ging in 1978 en ging solo; ze had korte tijd een platencontract bij Motown.

Zonder Bonnie scoorden The Pointer Sisters nog hits als Happiness, Jump (for my love), Slow Hand en het voor de soundtrack van Beverly Hills Cop opgenomen Neutron Dance.  Bonnie kreeg in 1994, net als haar andere zussen, een ster op de Hollywood Walk of Fame. Bonnie is de tweede Pointer-zus die overlijdt. Zus June stierf al in 2006.

 
Translate »
Share This