Credits: Alan Light
De Kluis van de Flops raakt langzamerhand voller en voller. Er kan echter nog veel meer bij! Vandaag voegen we het nummer ‘Could it be magic’ toe. Dat was toch een hit geweest in Nederland? Jazeker: voor Donna Summer (1976)! Het is dan ook niet haar versie die een plekje in de Kluis van de Flops krijgt, maar de originele uitvoering van Barry Manilaw. De drie grote namen achter dit nummer zijn Barry Manilow & Adrienne Anderson en Frédéric Chopin. Zijn ‘Prelude in C minor, Opus 28, Number 20’ diende als inspiratiebron voor ‘Could it be magic’.
Barry schreef zijn versie van het nummer in zijn studio appartement aan de 27th Street in Manhattan, New York. Hij was aan het improviseren op zijn piano, o.a. met muziekstukken van Chopin en zo ontstond spelenderwijs het idee voor ‘Could it be magic’. Barry Manilaw wilde dat de song was “build and build” like the Beatles’s “Hey Jude” “until you think you can’t take it anymore. It should be a musical orgasm.” Toen het af was, stuurde hij een tape naar Adrienne Anderson, die enthousiast was en meeschreef aan de tekst voor ‘Could it be magic’. Zelfs de vice-president van het label Columbia/ CBS Music, schreef enkele zinnen voor de song.
Het nummer werd voor het eerst uitgebracht in 1971 door Featherbed, een groep van sessiemuzikanten, waaronder Barry Manilaw. De Amerikaanse zanger bracht het nummer voor het eerst uit in 1973, waar het te vinden van op zijn eerste solo LP. Twee jaar later werd er een remake gemaakt en bracht Barry het op singel uit, na ‘Mandy’ en ‘It’s a miracle’. De singel van Barry Manilaw bereikte in Amerika en Canada de top 5 van de charts. In Nederland echter niet; daar werden al zijn songs tot 1978 genegeerd door de Nederlandse Top Veertig. De versie van Donna Summer werd niet veel later wel een groot succes in Nederland. Ook Take That maakte er een succesvolle cover van.